Door Ria Ineke-Vos
HONGERTOCHT-ERVARINGEN 1944
opgetekend in 2004 te Zuid Scharwoude.

EERSTE TOCHT.
Ik (17 j.) werkte bij Uitgeverij Gottmer in 't Wilhelminapark (1944) toen er 'n brief binnenkwam van 'n postambtenaar uit Steenwijk, die gaarne in het bezit wilde komen van het boek DE ONTWIKKELING VAN HET VLIEGTUIG geschreven door Ir. Arnken. Hij wilde er 40 pond rogge tegenoverstellen.

Aangezien media September de spoorwegstaking was uitgebroken en postverzending daardoor niet meer mogelijk was, kon aan dit verzoek geen gevolg worden gegeven.
Ik vroeg of ik die brief mocht hebben, kocht het boek en mijn zuster Wil en ik besloten naar 't Oosten van 't land te gaan om de schriftelijke toezegging van de rogge te verzilveren.

We boften, want we kregen `n kans om met een voedselvoorzienings¬wagen, die voedsel uit het Oosten ging ophalen, mee te rijden tot Zwolle en ook onze fietsen konden mee. 's Middags om twee uur vertrok de open vrachwagen uit de Stephensonstraat volgeladen met mensen en fietsen, die hetzelfde doel nastreefden. 't Regende de hele reis en er moest natuurlijk geplast warden en dat deed men al rijdende over de rand. Maar ik als 17 jarige vond het zo genant, dat ik het de gehele reis ophield. Maar toen wij om 22 uur op de IJsselbrug stonden en 't er echt eng uitzag door de glimmende natte weg, met vele Duitsers met helmen op, en landwachters in de verte, die alle vrachtwagens controleerden, toen hield ik het niet meer en in 't pikkedonker ging ik ook over de rand. En ineens `n grote lichtstraal op mijn billen (kon natuurlijk niet ophouden met plassen) Gelukkig wendden de Duitsers die om de wagen waren gelopen lachend hun lantaarn snel af.

We werden naar 'n school gebracht om de nacht door te brengen. Van slapen kwam natuurlijk niets, want we zaten op van die gymbanken in `n koud lokaal met allemaal door de regen kletsnatte mensen. Onze dekens durfden we niet te voorschijn te halen omdat we bang waren voor onge¬ongedierte . 's Nachts kwamen er nog Duitsers om mannen op te pikken en later nogmaals of er nog vrouwen waren die aardappelen wilden schillen?? Iedereen had het koud, maar verderop in `n klas zaten jonge RODE KRUIS helpsters rondom 'n warme kachel. Door de honger¬tochters werd natuurlijk stevig gemopperd en weldra stonden diverse mensen op, en togen naar 't warme lokaal, wij er natuurlijk ook achteraan.
Er werd toen overeengekomen, dat er telkens `n ploeg een half uur in het warme lokaal mochten zitten. Later werd ons nog `n kop erwtensoep aangeboden, maar die bleek helaas zuur te zijn.

De volgende morgen gingen wij op weg naar Steenwijk en kwam de postbeambte in het bezit van het gevraagde boek en wij van de rogge. Na nog 't een en ander aan voedsel te hebben opgedaan togen we weer naar Zwolle en moesten toen proberen de IJsselbrug over te komen. We hadden twee meisjes opgedoken en met elkaar zouden we trachten onze waar in gedeelten naar de overkant te brengen. Een voor de brug, een aan de andere kant om op de restspullen te passen en twee zouden heen en weer rijden. Ik was de eerste met 10 pond rogge, die alras in beslag werd genomen. Er was zoveel controle, zodat er geen mogelijk¬heid was om het spul naar de overkant te brengen.

Wil en ik gingen toen maar Zwolle in om te proberen een slaapplaats te krijgen. We spraken `n jongeman aan, die bleek aangesloten te zijn bij de organisatie Todt (was geloof ik verplicht) en die wist `n mogelijkheid om de volgende dag met `n roeiboot tegen betaling de IJssel overgezet te worden, we zouden vast wel bij hem thuis mogen slapen, wat ook het geval was.
We hebben ook nog `n nacht in `n school geslapen, vol met evacuees uit Arhem, onder zeer trieste omstandigheden, met slechts een fonteintje in `n klas vol mensen. Deze mensen waren geevacueerd i.v.m. "DE OPERATIE MARKET GARDEN' (Engelse luchtlanding).
In één ruk zijn we toen weer naar Haarlem gereden en iedereen was blij, dat we er heelhuids en gezond zijn afgekomen.



Jaar: 1944